Het landschap verandert. We zien bergen voor ons. Palmboomplantages en rubberboomplantages. Vanwege de grote vraag van de voedingsindustrie wordt er veel bos gekapt om palmbomen te planten. Palmolie is een goedkope toevoeging in allerlei voedingsmiddelen. Rond het middaguur komen we bij een plaatsje. We rijden een rondje op de rotonde om een restaurantje te zoeken. Gevonden. We kijken wat er te koop is. We komen erachter dat het tevens een bakkerij is. Er staan allemaal taarten in een vitrine. Een paar jonge dames doen hun best om met ons te communiceren. Er wordt een man bijgehaald. Hij spreekt aardig Engels. Hij laat ons nasi Lemak zien. Het is verpakt in papier, in een mooie piramide gevouwen. Hij legt uit wat erin zit. Rijst met sambal, komkommer en nog wat. Wel hot, zegt hij. Sandra gaat dat proberen. Marcel bestelt een nasi goreng. Hij heeft mazzel, want in de nasi lemak zit ook gedroogde vis. De man vraagt hoe het smaakte, en hot? Was lekker, maar niet hot. Hij kijkt verbaasd. Tja, waar training niet goed voor is;-) Dan wordt ons een taartje gebracht en een grote chocolade bonbons én twee bakjes met witte inhoud. Alles zelfgemaakt en de bakjes met witte inhoud blijkt pannacotta te zijn. Van het huis. Dat is toch aardig! En lekker! De dames komen los. Er moet weer een foto worden gemaakt. Als Sandra binnen kijkt krijgt ze vol trots uitleg van alle producten die door een tengere dame zijn gemaakt. De taarten zien er heel mooi en lekker uit. We krijgen nog een groene kokospannenkoek en een paar ‘frikandellen’. De ‘frikandellen’ zijn niet onze favoriet maar de rest wel. Dan komt er een personenauto met twee jonge mannen erin. Dat is the boss, wordt ons uitgelegd. Er wordt nogmaals gevraagd of we op de foto willen. We krijgen stoelen aangeboden (omdat we zo lang zijn in vergelijking met de rest) en de dames komen om ons heen staan. Er wordt zelfs een drie maanden oude baby bij gehaald. Een heel klein meisje, ingebakerd. Ze heet Fatima. Een meisje van een jaar of twee krijgt nog snel een hoofddoek op voor de foto. We willen betalen. Een belachelijk laag bedrag wordt genoemd. Ineens ziet Sandra wat geschuifel in de winkel met een tasje. Ze zegt: ‘Even opschieten, we moeten weg. Er wordt ook nog een tasje volgeladen met eten’. En inderdaad, de dames wilden ons graag wat eten meegeven. Tja, hoe weiger je dit zonder iemand voor het hoofd te stoten? Heel lief allemaal, maar ze hebben al genoeg gegeven. We worden door alle dames uitgezwaaid. En er wordt gelachen als we ‘terima kasih’ (dank je) zeggen. We moeten vooral terugkomen, we zijn welkom. Met een erg volle buik gaan we weer verder. Eigenlijk maar goed ook, want er moet nog behoorlijk geklommen worden. Stijgingspercentages van 6 tot 8%. Op onze armen en benen ontstaan stroompjes. En dat komt niet van de regen! Het is behoorlijk warm. Regelmatig wordt er getoeterd als groet, gezwaaid of een duim omhoog gehouden. De omgeving is veranderd in jungle. Allemaal oerwoudgeluiden zoals we op Lankawi hoorden. Bij het hoogste punt is een uitzichtpunt gemaakt. Er staan drie motorrijders. Ze zijn druk met zichzelf bezig. Wanneer Sandra naar de fiets loopt om de camera te pakken zijn ze een filmpje van zichzelf aan het maken met bijbehorend stoer dansje (met helm op) op de muziek. Sandra doet het dansje na en loopt zo dansend achter de motorrijders naar de fiets. Ze hebben niets door. Totdat ze het filmpje afspelen om te zien wat het is geworden. Ze liggen helemaal in een deuk. “You are so hot” wordt er gezegd. Eh, ik zou het eerder ietwat oververhit noemen... Toch maar weer een leuk YouTube-filmpje verknald/opgeleukt.:-)) We mogen afdalen naar Pengalan Hulu (ook wel Keroh genoemd) om daar een overnachtingsplek te vinden. We zijn nu weer vlakbij Thailand. Maar vijf km verwijderd van de grens met Zuid Thailand. Het is onderhand 16.15 uur. In vergelijking met de andere dagen ‘laat’. Dat krijg je als je veel moet klimmen, dan zakt de gemiddelde snelheid enorm. Maar gelukkig vinden we een hotel met zowaar heerlijk fris ruikende handdoeken én een douche met warm water.
Voor de warme hap belanden we bij een eenvoudig restaurantje. Er wordt een man naar voren geschoven die een paar woorden Engels spreekt. Hij komt er maar bij zitten want hij weet zelf blijkbaar al dat dit even gaat duren. Ieder Engels woord lijkt uit zijn tenen te komen. En dan laten we hem nog de halve menukaart vertalen ook.....;-) De vertaling is soms niet helemaal juist. Op een vraag wat de inhoud van een bepaald gerecht is vertelde hij dat het een soort salade is met fruit. Nou vinden we dat altijd lekker, dus dat hebben we besteld. De salade blijkt mie te zijn met tomaat en allerlei seafood als inktvis en andere dingen die we niet echt lekker vinden. En fruit?Niet gevonden;-) We hebben maar om de dingen heen gegeten waar we niet zo’n liefhebbers van zijn. Hot was het wel.
Ons hotel verstrekt geen ontbijt dus moeten we de volgende ochtend op zoek naar een lekkere “bruine boterham met kaas”. Die ga je hier natuurlijk niet vinden, dus bestellen we ergens een soort Indiase pannenkoek met een sausje. Lekker, maar hij is niet zo groot, dus daar kunnen we niet lang op fietsen. We zien ergens bananen liggen en vragen of we ook zo’n pannenkoek met pisang kunnen krijgen. Dat is natuurlijk geen probleem, maar de honger is daarmee nog steeds niet gestild. Bij de super scoren we yoghurt en een “bakker” heeft nog wat “broodjes” om ons ontbijt compleet te maken.
De route loopt over een rustige heuvelachtige weg door de jungle. Zo vroeg in de ochtend is het zelfs een beetje mistig, met een graad of 24 bijna “koud”. Als de zon er door komt loopt het kwik echter snel op boven de 30 graden. Als we langs de weg stoppen om van het uitzicht te genieten herkennen we in de berm een plantje dat we eerder ook op Cuba zagen. Als je het aanraakt klappen de blaadjes dicht.
Als we eens een dag ergens niet op de foto moeten is dat inmiddels al bijna vermeldenswaardig. Vandaag onderweg in ieder geval nog niet, maar daar staat dan wel tegenover dat iemand op een brommer al filmend (met mobiel) langzaam voorbij kwam rijden om deze twee zwetende fietsers vast te leggen. In Gerik gaan we eerst lunchen voordat we op zoek gaan naar een hotelletje. Er wordt nog gekeken naar een herhaling van de voetbalwedstrijd waar Engeland met penalty’s heeft gewonnen. Best spannend als je de uitslag al weet:-) Het is weer een buffet. Ontzettend veel keuze aan vlees, vis en veel groenten. En er komen af en aan mensen om te eten of om op te halen. Na het eten stappen we weer op de fiets om naar een hotel te gaan. We kiezen een VIP room. Klinkt best luxe maar is het niet hoor. De enige luxe is de ruimte. De fietsen kunnen in de zit kamer worden neergezet. De inrichting is zwaar gedateerd, behang is her en der van de muren. Een in het plafond van de badkamer zit een gat dat is gerepareerd met twee velletjes A4. En er is geen toiletpapier. Daarvoor is er een emmer met een plastic pannetje. Gelukkig hebben we als echte Hollanders ook iets van huis meegenomen. Geen aardappelen of pindakaas, maar een rol wc papier. Voor het geval dat... want de kunst van de emmer en het pannetje beheersen we (nog) niet;-)
Bij het aanzetten van de mobiel blijkt dat KPN rond 11 uur heeft geconstateerd dat we in Thailand waren en een minuut later weer in Maleisië. Kun je nagaan hoe dicht we langs de grens van Thailand zijn geweest.
We fietsen nu van de westkust naar de oostkust van Maleisië. Nog 250 km te gaan naar Kota Bharu. Maar eerst nog naar Pulau (eiland) Banding. Een eiland met regenwoud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten