De douche was een uitdaging. Maar die uitdaging zijn we aangegaan. Het was wederom alleen een hotel om te overnachten. Geen ontbijt. Dus zonder ontbijt op de fiets gestapt. Dichtbij was al een stalletje waar ze ontbijt serveerden. Nee, geen bruine boterhammen met kaas, geen bananenpannenkoeken. Maar rijst en de keuze uit rundvlees of kip met verschillende saus. Natuurlijk bereid met chilipeper. Je kunt natuurlijk de dag niet zonder beginnen. Er was al enige consternatie dat er twee vreemdelingen op de fiets kwamen en nog wilden eten ook. In de categorie ‘best wel eng’ is er weer enig gegiechel wie ons zal helpen. Zoals altijd schept iemand rijst voor je op en kun jezelf kiezen wat je erbij wilt. Bestel iets te drinken en geniet van de maaltijd. Achteraf wordt de prijs bepaald van hetgeen je hebt opgeschept. Toen we wilden afrekenen was er weer enig gegiechel maar niemand durfde ons te vertellen wat we moesten betalen. Ook niet door middel van de ons zo bekende rekenmachine-manier. Of opschrijven op een papiertje. Nee, te eng. De buurvrouw, die een naaiatelier naast het restaurantje runt, wordt erbij gehaald. Er wordt een prijs genoemd. We vertellen nog dat we elk een bananencake hebben gehad maar de prijs wordt er niet echt hoger van. En we krijgen zelfs geld terug... de dame is nieuwsgierig en stelt de geijkte vragen. Een man voegt zich bij het gesprek. Hij bekijkt onze fietsen en voelt even aan de belt. Blijft toch een eyecatcher zo’n riem i.p.v. een ketting. Wanneer we later bij een winkeltje wat te drinken halen en in de schaduw staan worden we aangesproken door een jonge man. Hij blijkt zelfs eens in Groningen te zijn geweest waar een vriend van hem woont. Verzin je toch ook niet? De route leidt ons langs een rustig weggetje langs allerlei kampongs. Het wegdek is her en der opgelapt. Bij km 25 krijgen we een forse klim van één km lang met uitschieters van 18%. Aangezien we met onze fiets tot 15% met bagage achterop nog net kunnen fietsen (anders komt het stuur omhoog) is dit een hele uitdaging. Om het een beetje fietsbaar te houden zigzaggen we over de weg als er geen verkeer is. We leggen dan immers meer meters af om hetzelfde hoogteverschil te overbruggen en dat maakt het zware klimmen iets makkelijker. Als er verkeer aankomt moeten we aan de linkerkant blijven ploeteren en zweten. Er komt een auto heel langzaam aanrijden. We hopen dat hij snel doorrijdt zodat wij weer kunnen zigzaggen. Hij komt naast ons rijden en roept ‘go, go’. Ja, beste man alles leuk en aardig maar degene die go moet dat ben jij! Hij rijdt gelukkig door zodat wij weer kunnen zigzaggen. Het zweet druipt van ons af. En we zijn blij als de km voorbij is. Na een tijdje komen we weer door een dorpje. Er is een winkeltje. Daar maar eens kijken voor een yoghurtje, cola en iets anders lekkers. Er zitten een paar mannen voor het winkeltje. Een oudere man vraagt hardop ‘where you go..’ iedereen lachen, inclusief hijzelf. We worden geholpen bij de kassa door een jong meisje. Ze spreekt heel goed Engels. Ze verteld dat ze haar bachelor heeft gehaald en dat ze op school Engels heeft geleerd. Nu helpt ze de familie in de winkel. We gaan bij een aantal mannen aan een tafeltje zitten om ons drinken op te drinken. Zoals aldoor in Maleisië zit er een kat om onze benen te draaien in de hoop iets te krijgen. In Thailand zijn veel honden op straat. Sommigen vinden het leuk om blaffend achter ons aan te rennen. Maar in Maleisië zijn weinig honden. Het schijnt dat moslims honden onrein vinden. Mooi voor ons;-). Maar er zijn wel enorm veel katten. In steden en dorpen zie je dat de katten ook brokjes gevoerd krijgen. Je moet oppassen waar je loopt.
We stoppen nog een keer bij een fruitstalletje om wat bananen te scoren. We zijn nieuwsgierig naar een bepaalde vrucht die we veel zien en vragen of we er eentje mogen proeven. “1 kilo?” vraagt de verkoopster eerst, maar ze wordt al gecorrigeerd door een ander mannetje. Wij dachten dat het een vreemd soort appel was, maar de harde schil van de vrucht wordt gepeld en binnenin zitten weer zoete zachte vruchtjes. Heerlijk!
Ondertussen is het weer behoorlijk warm. We zijn blij dat we in Tanah Merah aankomen. Maar waar is het beoogde hotel? We rijden wat rond. Er zijn werkzaamheden in de plaats en daardoor wordt het verkeer omgeleid. Uiteindelijk na bijna 60km zijn we er en het hotel is gevonden. Heerlijk een douche. Even de Pasar Besar (markt) over. En hier en daar oppassen dat we niet op slapende katten gaan staan...
We hebben geslapen in een redelijk groot hotel. We hebben bonnen gekregen voor het ontbijt. Vol verwachting lopen we naar de ontbijtruimte. We horen wat gepraat. Aan het einde van de gang staan drie bistro tafeltjes met een paar stoelen. Allemaal bezet door smakkende Chinezen. Er staat een broodrooster, wat voorverpakte cakes en water. Het is heel krap. En eigenlijk gewoonweg een rommeltje. We besluiten om maar buiten de deur een ontbijt te scoren. Buiten gekomen ziet het er uit als een uitgestorven stad. Alle rolluiken dicht. We gaan aan de wandel naar de restaurantjes die we de dag ervoor hadden gezien. Allemaal dicht. Uiteindelijk belanden we in de 7Eleven en halen daar het één en ander. Op onze kamer eten en drinken we alles op. Beetje een afknapper, maar afijn dit is Azië. We stappen op de fiets en verlaten de stad. We hoeven niet te klimmen, het is vlak. Best raar na de afgelopen dagen. We hebben een aardig tempo nu het vlak is. Bij een Wat (tempel) met een liggende Boeddha lunchen we. Wanneer we onze weg vervolgen komt ons een auto voorbij waar een man uit het raam hangt. Hij roept ‘Hello, goodbye’. Het is een westerling... dat de locals zoiets roepen vinden we best grappig. Zeker als je weet dat dit een van de weinige Engelse woorden zijn die ze kennen. We vragen ons af of de westerling doorheeft dat hij zichzelf best belachelijk maakt. Nou ja, hij keek wel heel erg gelukkig. Niet over nadenken en maar weer verder. We zijn van plan om buiten Kota Bharu te overnachten bij Pasir Belanda. Een resort gerund door een Nederlands echtpaar. Ze hebben een aantal houten bungalows gebouwd aan een rivier in een kampong. Over kronkelende smalle weggetjes rijden we door de kampong. We nemen een verkeerde afslag maar een tegemoet komende berijder van een brommertje roept al dat we het andere weggetje in moeten. We komen aan bij Pasir Belanda. Helaas vol. Maar ze werken samen met een Maleisisch echtpaar die drie soortgelijke bungalows heeft, Cikgu Garden Chalet. Daar is nog plek. We fietsen, met een gekregen routebeschrijving in de hand, via allerlei kleine weggetjes 1,5km naar de ‘buren’. We worden verwelkomd door Mustafa en zijn vrouw Kak Sah. Hoewel het handenschudden tussen man en vrouw hier niet gebruikelijk is ontvangen we tot onze verbazing van beiden een stevige hand. Na het douchen vragen we Mustafa waar we kunnen eten. Hij vertelt ons dat hij moest zeggen dat ze in Pasir Belanda op ons wachten voor het diner. Voor het avondeten wandelen we dus naar Pasir Belanda. We zitten aan de rivier. Een visser haalt zijn netten omhoog en haalt de vangst binnen. Een tijd later zwemt er iets voorbij. Wat is het? In ieder geval geen zwempartij dus vanavond in de rivier. Je kunt ook met een kano varen. Hm, is dat wel een goed idee?.. latere navraag leert ons dat het een varaan zou zijn. Er zou ook een krokodil rondzwemmen, maar de eigenaar heeft die zelf nooit gezien. Alleen gehoord van de buurman.
Het lekkere avondeten wordt geserveerd bij weer andere buren en zo profiteert iedereen in het dorp een beetje mee. Als we klaar zijn met eten is het inmiddels donker geworden. Geen straatlantaarns hier natuurlijk en we vragen ons af of we de weg wel terug gaan vinden. De eigenaar staat echter al in de startblokken om ons met de auto te brengen. Voor de grap doet hij onderweg even het licht uit. “Best wel donker” concludeert hij..;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten