Via een wirwar aan weggetjes fietsen we Kagoshima uit. Een klein riviertje is onze houvast, links, rechts, links, zolang we het riviertje in het zicht hebben gaan we goed. Met dank aan een welkom steuntje in de rug bereiken we redelijk vroeg Satsumasendei, ook wel kort "Sendai" genoemd. We zijn op zoek naar dezelfde hotelketen als in Nobeoka. Toen konden we hem niet vinden, maar inmiddels herkennen we de schreeuwerige Japanse reclame van ver. Zo op het eerste gezicht lijken er weinig restaurantjes te zijn, maar we weten inmiddels dat je daarvoor niet in de hoofdstraat moet zijn, maar in de straatjes daarachter. In de hoofdstraat zitten voornamelijk de Japanse fastfoodketens. Veilig en "vertrouwd". Als je lekker wilt eten moet je in de achterafstraatjes op zoek naar een verlicht lampionnetje. Van buiten zou je verder niet zeggen dat het een restaurant is, maar als je door de schuifdeur gaat is het iedere keer weer een verrassing wat je er aantreft. Meestal twee lage tafeltjes en een paar stoelen aan de bar, dat is alles. Zo ook in dit restaurant. "Mama" staat achter de potten en pannen. Kijkt half verschrikt als wij binnen komen en denkt "gloeiende wat moet ik daar nou mee"? Wij nestelen ons altijd aan de bar, omdat onze lange stelten niet onder de tafeltjes passen. Een menukaart ontbreekt, maar er zijn drie mannen aan een tafeltje die aardig Engels spreken die ons helpen met de bestelling. Mama fabriceert een heuse amuse en als wij die "ushi" vinden, komt ze helemaal los.
Omdat wij een vreemde verschijning zijn in deze niet toeristische stad wordt ons al snel gevraagd of we verdwaald zijn. Ons fietsverhaal wordt snel vertaald aan de overige aanwezigen en de rest van de avond worden we het hemd van het lijf gevraagd. Het noemen van de plaatsnamen op de route wordt met stijgende verbazing aangehoord. Als bewijs moet een filmpje van een fietsende Sandra dienen. Af en toe brengt mama iets te eten. Wij werken het weg met een nogal sterk drankje gemaakt van zoete aardappel (shochu) dat ons door de mannen is aangeboden. Als de mannen vertrekken blijven we aan de bar zitten met een ander stel. Zij spreekt helemaal geen Engels, hij geeft verlegen aan dat hij alleen "hello" kan zeggen. Dan ben je normaal gesproken snel uitgepraat, maar de nieuwsgierigheid wint het hier van het taalprobleem. Hij laat op zijn iPad een foto zien waar wij uit opmaken dat hij een golfer is en al snel blijkt de Japanse Wikipedia ook allerlei informatie over Hoorn en omstreken te hebben. Zo ontstaat een heel "gesprek" waarin vooral de "oooooohhhhhs en aaaahhhhhs" erg vermakelijk zijn. Uiteraard moeten we met onze nieuwe vrienden nog even op de foto, maar dan is het tijd om te vertrekken.
De volgende dag blijkt de wind gedraaid en hebben we flink wind tegen. We fietsen langs de kust en hebben regelmatig uitzicht op de fraaie kustlijn. Links de kust, rechts bergtoppen begroeid met bomen. Allerlei soorten groen op en tegen de heuvels. Er moet weer regelmatig geklommen worden. In Akune strijken we neer bij het station. Ziet er spik en span uit. Heel modern. Het lijkt wel een bibliotheek met een café voor koffie en gebak. Een gebakje op de verjaardag van pa van der Veen valt ons ten deel. Altijd een goede reden om iets te vieren met een gebakje. Ze zijn wel erg klein, dus nog maar een ronde. Voor vertrek nog even naar het toilet. Eindelijk! Een toilet met geluid. Je drukt op een knop en er komt geluid zodat de buurvrouw niet hoort wat je doet. Ik had er al van gehoord maar eindelijk dan ook echt live meegemaakt. Marcel "teleurgesteld" dat hij dat heeft gemist.
Onderweg zien we veel stukken landbouw. De rijstvelden hebben plaatsgemaakt voor andere gewassen. Courgette, tuinbonen, aardappelen, uien, kool en bamboescheuten. Makkelijk gewas die bamboescheuten. Je hakt een bamboe af, er komt een scheut en die eet je op. Er worden vandaag, zondag, op veel plaatsen aardappelen gerooid. Kennelijk vroege aardappelen. Ik kan mij alleen aardappelen rooien herinneren net voordat we op vakantie gingen. Vlak voor Nagashima zien we allerlei terrassen. Niet die waar je een drankje kunt nuttigen. Maar terrassen waar de gewassen groeien. Ziet er mooi uit van een afstand. We overnachten in Nagashima in een hotelletje dat betere tijden moet hebben gekend. En heus, het bestaat nog. Geen internet of WiFi in het hotel. Wel twee rare snuiters aan de receptie. Een met een grote pleister ter hoogte van het pootje van de bril en de ander heeft een staartje. Op zich is dat staartje niet heel vreemd. Wel dat er grote strepen haar ontbreken op zijn hoofd. Zeg maar gewoon hier en daar kaal. Heel moeilijk om er niet met afgrijzen naar te blijven kijken. Zal dit het Japanse Fawlty Towers hotel zijn? De fietsen mogen binnen in een hoekje staan. Meneer met pleister dankt de fiets met tassen zo even te kunnen optillen.... Dat valt toch eventjes tegen. Ze hebben alleen rokers kamers. De geur valt mee. Maar het is wel erg uit de tijd. In Het vorige hotel kwamen we per abuis op de verkeerde etage. Gat, wat stinkt het hier. Iemand stiekem aan het roken. Bij "onze" kamer komen we erachter dat we op de rokers etage staan. Dom, dom. Was wel voor het bier en het Japanse drankje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten