woensdag 24 juni 2015

El Chorro-Malaga

Helaas, we moeten het mooie zwembad verlaten en weer fietsen. Onze laatste fietsdag van deze vakantie. Op naar Malaga.
Via een mooie slingerende weg verlaten we de kloof. Klimmen en dalen. Maar uiteindelijk toch dalen want Malaga ligt aan zee.
We merken dat we een grotere plaats naderen. Het is drukker dan we gewend zijn. De omgeving blijft mooi. Uiteindelijk zijn de laatste twintig kilometer druk en niet mooi meer qua omgeving. We besluiten om naar het vliegveld te fietsen. Van daaruit gaan we de laatste acht kilometer met de trein afleggen. Min of meer verplicht...want toen we vanaf het vliegveld wilden wegrijden stuiten we op een bord dat aangeeft dat er niet gefietst mag worden. Misschien ook maar beter. We kunnen nu een hotel opzoeken vlakbij het station zodat we donderdag makkelijk naar het vliegveld kunnen. Ook merken we aan de hotels dat het een grote stad is. De eerste twee hotels hebben geen plek voor de fietsen. Die kunnen we wel in de openbare parkeergarage tegen betaling parkeren. Er werd zelfs gezegd dat we de fiets maar buiten moesten zetten. Uiteindelijk bij het derde hotel konden we de fietsen kwijt op een binnenplaats. Voelt toch beter.
Na de douche doen we een ronde door een deel van de stad, haven en strand. Voor het eerst zee!
Roelf heeft zijn eigen kathedraalronde gedaan. Hij heeft het plan gevat om morgen met de bus naar Grenada te gaan om daar de Alhambra te bezoeken. Wij laten deze trip liggen voor een andere keer. We gaan deze reis waardig en tranquilo afsluiten. Geen gehaast. Busreisjes van een paar uur enkele reis zijn niet aan ons besteed. Rustig checken of de trappers los willen. En als dat niet lukt dat regelen. En verder rustig aan de stad beter bekijken. Mañana, mañana, tranquilo, tranquilo!

maandag 22 juni 2015

Onderweg vanuit Ronda en het zwembad in El Chorro!




Setinel-Ronda-El Chorro

Bij het verlaten van het hotel krijgen we niet de kans om even 'warm' te draaien. We moeten direct klimmen. Ronda ligt op ongeveer 700 meter. 
We zijn erg blij dat we de dag ervoor niet ons hebben laten verleiden om deze 20 kilometer in de hitte ook nog even te fietsen... Gelukkig maakt het uitzicht veel goed.
We zijn vroeg in Ronda. Tijd genoeg om de stad te bekijken. Het is er erg druk. Gelukkig is dat alleen overdag. Kennelijk komen er veel dagjesmensen. De Japanners met de selfie-stokken lopen er in overvloed. 's Avonds strijken we neer bij een restaurant met een super uitzicht. En gelukkig werd dit uitzicht compleet gemaakt met heerlijke tapas en glas wijn. Al dat zwoegen wordt toch beloond! Olé!

Vanuit het hotel is het een beetje onduidelijk hoe we de stad moeten verlaten om de route weer op te pikken. Het leek verdacht veel op het Groningse circulatieplan. Maar uiteindelijk is het ons gelukt. Het is nog steeds klimmen. We komen langs een wijnboer, bodega. En wederom olijfbomen...
Roelf heeft het hoogste punt van zijn trip vandaag bereikt. 1190 meter. 
De liefelijke glooiende heuvels hebben plaatsgemaakt voor kale rotsen. De omgeving lijkt weer net zo ruig als een paar weken terug. We dalen naar El Burgo. Daar hebben we onze lunch genoten. Bij het vertrek wordt ons door Nederlanders die ook op het terras zitten gevraagd waar we heen gaan. Volgens deze mensen is het voornamelijk afdalen naar Malaga. 
Jaja, die kennen we. De verstokte autorijder die het gaspedaal iets dieper indrukt omdat de auto toch iets langzamer gaat...
Inderdaad, het blijft gewoon klimmen met hier en daar een korte afdaling. We komen bij een meer. Het wordt vervelend...maar het is weer een prachtig uitzicht.
We willen in El Chorro overnachten. Het lijkt op de kaart niets. We hebben geen verwachtingen. Vlak voor El Chorro is een gebied waar veel aan bergklimmen wordt gedaan. De rotsen torenen hoog boven ons uit. We komen uit bij een stuwdam. Hoog boven ons ligt El Chorro. Onze verwachtingen worden overtroffen. We hebben een riante kamer waar de fietsen een mooie plek hebben. Én een zwembad mét uitzicht! Heerlijk! Nu maar hopen dat die mevrouw, waar ik wel drie keer in pas, straks geen bommetje maakt......

  

zondag 21 juni 2015

Ronda




Sevilla- Los Palacios-Coripe-Setinel

We vertrekken uit Sevilla. In de stad zijn fietspaden aangelegd. Beide richtingen voor fietsers op een pad. Dit pad ligt naast het voetpad maar is niet afgescheiden van een trottoir o.i.d.. Het is een gecombineerd pad. Erg verwarrend voor de voetgangers... en extra opletten geblazen voor de fietsers. Naast de weg staat een vervallen gebouw. Dit gebouw wordt nu bewoond door een aantal ooievaars. Er zijn een stuk of vijf nesten met jongen. Na 10 kilometer hebben we de stad achter ons gelaten. Wij rijden over een dijkje, onverhard. In het water zien we witte vogels in groepen. Het lijken flamingo's. Wanneer een vrachtwagen ons tegemoetkomt blijven wij onzichtbaar achter in de stofwolken. Gelukkig mogen we het pad verlaten. En even later komen we op een ander onverhard pad terecht. We zwoegen ons door olijfbomen heen.
Bij een plaatsje zien we op een gebouw een ooievaarsnest. Midden in het nest staat een kruis. Een gelovig nest! Met twee jongen erin. Er volgen nog meerdere nesten. We zijn gestopt met tellen van de nesten. Kennelijk is het hier de broedkamer van de ooievaars.
De kilometertelling komt niet overeen met de route. We hebben tien kilometer minder gefietst dan de routebeschrijving weergeeft. In Los Palacios zoeken we een hotel.

Na het ontbijt in de cafetaria van het hotel vertrekken we. Het is alweer behoorlijk warm.
Na twintig kilometer klimmen en dalen is de temperatuur al echt hoog. Soms zien we 40gr.. Er wordt verlangd naar koel drinken en schaduw.
De omgeving is erg mooi. We moeten continue klimmen in het glooiende landschap. Lappendekens van akkerbouw, olijfbomen en andere gewassen.
Uiteindelijk komen we weer op de Via Verde terecht. De uitzichten zijn schitterend. We blijven klimmen. En het pad is onverhard. We moeten wederom door oude spoortunnels heen. Wat een verademing. In de tunnels is het heerlijk koel (32gr). De tien kilometer van gisteren krijgen we vandaag gewoon voor de kiezen als extraatje. Het geluk kan niet altijd aan onze zijde blijven;-) het nadeel als je op de Via Verde fietst is dat je niet meer door plaatsjes heen komt. De bidons moeten goed gevuld zijn want de horeca is ook niet dik bezaaid aan het pad. Bij een oud gerestaureerd stationnetje van Coripe kunnen we iets drinken. Het is ook een Hostal Rural. We willen echter in Coripe zelf overnachten. Alleen kunnen we niet ontdekken waar we de Via Verde moeten verlaten. We besluiten om maar weer terug te fietsen naar het stationnetje om daar te overnachten. De optie om verder te fietsen is niet aanlokkelijk. We hebben al 75 kilometer gefietst en de eerst volgende overnachtingsplek is ruim 20 kilometer verder. Gelukkig kunnen we er overnachten en eten. Vanaf negen uur kunnen we ontbijten. Dan is het beheerderspaar weer terug in het gebouw. 

Na het ontbijt willen we vertrekken. Het is druk met fietsers op de Via Verde. Allemaal mountainbikers die op zaterdagochtend even een mooi ritje maken. Op het moment dat we willen opstappen komen er een aantal mountainbikers aan. Ze vragen waar we vandaan komen en we voeren een leuk gesprek. Één van hen verteld dat hij een paar jaar geleden in Amsterdan is geweest. Hij had in Nederland hele lekkere koeken gehad. Na zijn uitleg begrepen we dat hij stroopwafels bedoelde. We zeggen stroopwafels en hij begint te glunderen. 'Yes, stroopwafels!'
De Via Verde volgen we tot het oude gerestaureerde stationnetje van Olvera. Daar drinken we een heerlijk koud colaatje. De temperatuur is alweer flink gestegen en dan is een koude cola goddelijk. We moeten om in Olvera te komen eerst even flink klimmen. 14% zien we op de teller voorbij komen. Mag gerust pittig genoemd worden;-) In Olvera trakteren we ons op een gebakje. We zijn man plan om in Setinel te gaan lunchen. Om in Setinel te komen moeten we flink klimmen. Maar eindelijk blijkt Setinel geen fatamorgana. Op het terras moeten we toegeven dat de rit er flink inhakt en we besluiten om maar te overnachten in Setinel. Ronda was ons doel voor vandaag maar dat bewaren we wel voor morgen als we weer een beetje uitgerust zijn. Helaas is het hotel vol en moeten we op zoek naar het andere hotel in het plaatsje. We moeten een erg steile weg naar beneden om door het plaatsje te komen. Aan het einde van het weggetje zien we allerlei rotswoningen. In en tegen de rotsen zijn woningen gebouwd. Vast lekker koel met deze temperaturen. Na enig navragen blijkt het hotel even buiten het plaatsje te liggen op de weg naar Ronda. Gelukkig er is plek. Én een zwembad! Heerlijk! Alhoewel, het water voelt aan alsof er ijsklontjes in drijven........ ;-)

woensdag 17 juni 2015

Plaza de España


Cordoba-Palma del Rio-?-Sevilla

De fiets staat geparkeerd in de garage van het Hostal aan de overkant van de straat. De deur gaat open. Oeps, propvol. En onze fiets staat achteraan (oftewel als eerste erin gezet). Oh, geen probleem hoor. Als de fiets er niet uit kan rijdt ik er wel een paar auto's uit zegt de dame van de receptie. Met ons staat een stel ook bij de garage. Hun Toyota Avensis staat primero, dus ook als een van de eerste in de garage gezet. Wij manoeuvreren onze fietsen tussen de auto's en kunnen de tassen erop doen. Er wordt een auto gestart en de eerste rolt uit de garage. Beetje manoeuvreren want het is een nauw straatje. En zo zullen er nog een paar volgen. 
We verlaten Cordoba weer via de Romeinse brug. Het is zondagochtend en heerlijk rustig. Alhoewel... Aan de overkant van de rivier is net een bus Nederlanders losgelaten voor het maken van foto's. Even oppassen met passeren want met deze vakantievreugde vergeet men algauw dat er ook fietsers rijden.
We rijden langs de rivier over een onverhard pad. Gelukkig mogen we deze na een paar kilometer verlaten. En dan komen de heuvels weer. Olijfbomen, mais, sinaasappelbomen, sinaasappelbomen en sinaasappelbomen komen we tegen. Onderweg zien we aardige huizen met zwembad en tennisbaan. Kennelijk levert die sinaasappelhandel leuk geld op. Ze kosten hier 
€ 0,70 per kilo. Dan moet zo'n boomgaard heel wat kilo's opleveren...
We rijden ook langs velden waar knoflook groeit of al geoogst is. Als je de hoeveelheid ziet vraag je je af waarom bij ons in de winkel eigenlijk alleen de Chinese knoflook ligt. Bij geoogste velden staan auto's geparkeerd en lopen mensen door het veld om de achtergebleven knoflook te rapen. Het lijkt wel een uitje voor de zondag. Zij hebben in ieder geval niet die Chinese troep in huis.
Her en der komen we vijgenbomen tegen. De vijgen lijken net lampionnetjes die in de boom hangen.
We klimmen en dalen een beetje. Niet echt schokkend. De wind wakkert aan. Helaas weer wind tegen.
In Palma del Rio is het druk op de terrassen. We vinden een hotel. Voor het eerst sinds tijden hebben we een balzaal als kamer. Ook wel fijn dat je de spullen een beetje kwijt kunt. Soms kun je de toilettassen amper uit de tas halen en ergens neerzetten. Na de douche schuiven wij ook aan op het terras. Volgens de internetweerman Accuweather zou het vandaag bijna de hele dag regenen. Maar de regen komt pas in de avond net na ons terrasbezoek. weeronline.nl heeft het iets beter voorspeld. Volgens weeronline zou het rond 20 uur regenen. 

Het heeft in de nacht ook nog flink geregend. Maar gelukkig is het droog als wij weggaan. De omgeving is minder inspirerend. Sinaasappelbomen, mais, een paar velden met watermeloenen is de hoofdmoot wat we zien. We rijden een aantal kilometers over een drukke weg. We zijn blij dat we eraf kunnen. Alleen de blijdschap is van korte duur. Het wegdek is erg slecht. Grote stukken weggereden asfalt. Het is slalommen om de gaten heen. Soms fietsen we over de eerste asfaltlaag. Er komt ons een fietser tegemoet. We praten even met elkaar. Het is Tony uit Amerika. Hij is een jaar aan het fietsen. Hij is begonnen in Amerika. Heeft in Portugal gefietst en wil verder in Europa fietsen. Ook Nederland staat op zijn lijstje. Hij vraagt wat wij doen. Als wij ons tripje uitleggen zegt hij 'oh, een kort tripje'. Ja nu horen jullie het ook eens van een ander. Vijf weken fietsen is echt niet lang;-)
We vragen hoe de weg is 'pretty bad' zegt hij. En wanneer hij het aan ons vraagt zegt Marcel dat dit het beste stuk was, 'it get worse...' Hij bedankt voor deze fijne mededeling. De weg wordt voor ons iets beter. Het houdt niet over maar een kniesoor die daarop let. De wind is ook weer flink aangewakkerd. Het is een beetje zeuren qua accomodaties. 6 kilometer buiten Los Rosas is een Hostal/wegrestaurant. Volgens het Hostal is sprake van twee sterren en op de gevel prijkt één ster. Het is niet ster-waardig maar je moet wat. En de mensen zijn nou ook niet bepaald de zonnetjes in huis. Zijn dit al de voortekenen van een grote stad?

Om zes uur s' ochtends ging knerpend het rolluik omhoog en het wegrestaurant is weer geopend, ons te vroeg. We blijven nog wel even liggen. Een oude man die we gisteren al rokend een biertje zagen drinken aan de bar is nu de barman. Hij komt naar ons toe. Beseft dat de communicatie lastig zal zijn. Begint met een lach en roept of we een tostade, mantequila willen en caffé. We vullen aan en hij loopt lachend weer weg, Het ontbijt valt ons niet eens tegen. We kunnen er heel wat kilometertjes mee fietsen. We stappen op de fiets en gaan. Een strak blauwe lucht en geen zuchtje wind. De bandjes zoemen over het asfalt, we schieten lekker op. De omgeving is veel mooier dan gisteren. Als we de weg waaraan het Hostal ligt zouden volgen zou het minder dan 30 kilometer naar Sevilla zijn. Maar dan razen de auto's voorbij. Nu moeten we meer kilometers fietsen, ruim 50 in totaal. Maar wel op rustige wegen. Op het eind rijden we zelfs weer op de Via Verde bijna de stad in.
Na gisteren gaan we voor een luxe kamer. Als we de stad in rijden stoppen we bij het eerste de beste hotel dat er goed uitziet. Hm beetje boven budget? We vragen gewoon wat de schade gaat zijn en dat valt wel mee. De fietsen kunnen in de garage. 
Na ons te hebben opgefrist installeren we ons op een terras. We zijn in afwachting van Roelf die als het goed is ongeveer tegelijk met ons in Sevilla per vliegtuig is aangekomen. Als er contact is hebben we elkaar snel gevonden. Als Roelf voor het hotel staat vraagt hij eerst vertwijfeld of hij dit wel kan betalen, maar voor de rijkste man van Den Haag blijkt het geen probleem.
Vandaag hebben we Sevilla ontdekt. Sevilla is een grote stad, maar je hebt nergens echt het idee dat je in een grote stad bent. Alle bezienswaardigheden zijn op loopafstand met als hoogtepunten de Kathedraal en Plaza de España. Morgen fietsen we met z'n drieën verder. Vandaag was het al erg warm. Morgen komt er nog een beetje bij....... Flink smeren dus! 



 

zaterdag 13 juni 2015

De Romeinse brug



Castro del Rio-Cordoba

We doen het rustig aan. We hoeven niet veel kilometers te fietsen om in Cordoba te komen. Ook zou het volgens ons routeboekje niet zwaar zijn. Vlak, op een paar laatste venijnige klimmetjes net voor de stad na dan.
Nog steeds zijn er overal olijfbomen. Voordat we een afslag moeten nemen zien we in de verte voor ons een vakantiefietser de heuvel op klimmen. En verderop nog een. Even na de afslag halen we de eerste vakantiefietser in. Oh het zijn er twee, een tandem. Bij klimwerk gaan ze niet zo snel maar op vlakke stukken hebben ze duidelijk voordeel van met zijn tweeën fietsen. Het is een ouder echtpaar. Ze vertellen dat we nu met zes Nederlanders hier fietsen. Er rijden nog twee mannen verder voorop. We gaan weer verder. Zien we nu een fietser lopen? Zo steil is het toch niet? Of bedriegen onze ogen of de heuvels ons? Maar nee. De man duwt zijn fiets omhoog. Veel bagage. We fietsen verder. Er staat een man rustig te wachten op zijn maat. We blijven even praten met zijn zessen. De mannen zijn 72. Taaie stengels. Veel bagage mee. Overnachten in tentjes. We zeggen dat het onze droom is om op zo'n leeftijd nog zulke vakanties te fietsen. Er wordt verteld dat het wel iets zwaarder is dan een jaar of tien geleden. Maar dat er een paar keer in de week wordt getraind d.m.v. spinning. Ze zien er fit en vitaal uit. We vertrekken weer. De ene taaie stengel laat nog even zien dat hij de jonkies heuvelop wel aan kan. Dan wacht hij weer op zijn maat.
Een beetje raar. We zien toch regelmatig stijgingspercentages van ruim 5% op de teller voorbijkomen. Best veel voor een vlakke etappe.
Het landschap wisselt. Velden met zonnebloemen, graan en olijfbomen. De aardekleur is ook al een aantal keer veranderd. Van wit naar roodbruin en naar de ons bekende kleikleur en weer naar roodbruin.  
We kiezen voor een weg die mogelijk opnieuw geasfalteerd is. Zo niet, dan wordt het rustig aandoen op een slecht wegdek. Maar we hebben geluk.
In de verte zien we een stad liggen. Cordoba. Maar we zijn er nog niet. Ruim 7 km nog te gaan. En ja, we zien ook dat er geklommen moet worden. Maar de training van afgelopen weken werpt zijn vruchten af;-). We rijden de stad in via de Romeinse brug. Een mooiere entree in de stad kun je je niet wensen.
Na een versnapering gaan we op zoek naar een overnachtingsplaats voor twee nachten. We vinden een mooi Hostal (hosteleria lineros 38) net buiten de toeristische luidruchtigheid en toch alle bezienswaardigheden op loopafstand. Het is een mooi gebouw met binnenplaats. Alles in Moorse stijl. Een badkamer met een hele ruime douche met een heerlijke straal water. Er zijn in deze stad Arabische baden. Als je hier onder de douche staat waan je je een klein beetje in zo'n bad. 
De stad heeft veel kleine knusse straatjes waar je gezellig door kunt dwalen. Voor een versnapering hoef je nooit meer dan twee stappen te lopen. Morgen vervolgen wij onze weg richting Sevilla!

donderdag 11 juni 2015

Mortas-Zuheros-Castro del Rio

We hebben een heerlijk ontbijt genuttigd bij het barretje waar we de vorige dag waren. Heerlijke vers geperste sinaasappelsap, tja daarvoor ben je in Andalusië! We willen ook een naturel broodje mee voor onderweg. We schijnen zo'n 50km geen horeca tegen te komen. Het duurt even maar als Marcel net doet of hij een denkbeeldig broodje onder de arm neemt en wegloopt begrijpt de dame wat de bedoeling is. Ze komt even later zelfs met een zakje en vraagt of het daarin moet. Klasse!
Bij het uitchecken vraagt de receptioniste waar we heen gaan en via welke weg. De Via Verde richting Cordoba is ons antwoord. Ze loopt naar buiten en wijst de weg. Heel aardig. Alleen wel de verkeerde kant op, namelijk richting Jaén. Gelukkig weten we zelf hoe we de Via Verde weer moeten oppikken.
De eerste kilometers gaan vrij makkelijk. We genieten van de omgeving. Overal waar we kijken zijn olijfbomen. De konijntjes hebben hier een mooi speelveld. Ze rennen door de boomgaarden met stofwolken achter zich latend. Her en der moeten we een oude spoorbrug over. Dit gaat meestal met de fiets aan de hand omdat de planken er onregelmatig opliggen. Naar mate we verder fietsen loopt het spoorlijntje langzaam weer omhoog en dan lijkt het ook net of het gelijk een paar graden warmer is geworden. We besluiten te overnachten in Zuheros. Als we in de buurt van het dorpje komen zien we dat de Via Verde niet dwars door het dorp loopt, maar dat het dorp tegen een berg is aangebouwd. Via een geitenpad duwen we onze fietsen een voor een 20% omhoog naar een asfaltweggetje. Daarna moeten we nog flink klimmen om het dorpje te bereiken. Met de aanmoedigingen van een stel Franse toeristen komen we oververhit boven. Het hotel beschikt over een zwembad. Nou ja, zwembad.... een uit de kluiten gewassen badkuip, maar aangezien het deze reis ons eerste zwembad is maken we er wel gebruik van. De badkleding laten we in de zon drogen en is in no time weer droog. Vanuit onze kamer hebben we een prachtig uitzicht over de dalen met ontelbare olijfbomen. 

De volgende dag is het zowaar bewolkt. We doen rustig aan want we gaan niet ver vandaag. Net nadat we vertrekken vallen er een paar druppen water. We besluiten alvast op zoek te gaan naar onze regenjassen want die zitten inmiddels ergens onderin de fietstassen. Het tevoorschijn halen van de regenjassen bleek een prima dreigement want uiteindelijk bleef het tijdens het fietsen gewoon droog. 
In het plaatsje Castro del Rio waar we overnachten moeten we weer op zoek naar een bed. Een oud mannetje brabbelt er onverstaanbaar op los, we verdenken hem ervan zelf niet meer te weten waar hij woont. Een aardige dame springt ons in het Spaans en twee woorden Engels te hulp. Het lijkt niet heel erg ingewikkeld maar ze is zelf niet helemaal tevreden met haar uitleg dus rent ze een winkeltje binnen en komt even later met een papiertje terug met daarop het Engelse woord "school". Ah het is dus tegenover een school. We bedanken en prijzen haar met haar eerste woordje Nederlands ;-) het blijkt een pelgrimshotel te zijn. Basis maar schoon. Prima dus.

dinsdag 9 juni 2015

Via Verde del Aceite



Kathedraal in Jaén


Albacete-Jaén-Mortas

In Albacete hebben we heerlijk gegeten in een hippe tent. Kon je maar voor zo weinig geld zo goed eten en drinken in Nederland! Het was druk in de stad. FC Barcelona moest spelen tegen Juventus, en gewonnen. Een feest voor voetbalminnend Spanje.

We hadden de treinkaartjes al geregeld. Helaas was er geen directe aansluiting naar Jaén. Er mogen totaal maar 3 fietsen mee in de trein. In de trein met de minste wachttijd naar Jaén waren al 2 plekken bezet, daar kon dus maar één fiets mee. De kaartverkoper zag eigenlijk geen probleem. Wij wel iets meer. Ons Spaans is niet zo best dat we ons uit een dergelijke situatie kunnen kletsen. Laten we maar niet gokken. Er zijn blijkbaar nog een stel fietsende Nederlanders die een stukje met de trein doen. Dan maar acht uur wachten in Alcázar de San Juan. 
In Albacete lijkt het wel of we op een vliegveld zijn. De fietstassen moeten door een scanner... 
Een paar minuten voordat de trein aankomt loopt er spoorwegpersoneel op het perron. Ze wijzen ons aan waar de wagon voor de fietsen zal stoppen. Wat een service! En ook nog geheel volgens dienstregeling. We hebben gereserveerde zitplaatsen en plaatsen voor de fiets. Vlak voor binnenkomst in Alcázar de San Juan zien we nog vier witte molens uit de tijd van Don Quichotte aan de horizon. We installeren ons op een terras in de schaduw. De temperatuur loopt gestaag op. 35 graden zien we voorbij komen. Na een aantal uren wordt het ons te heet en verkassen we naar een terras aan de schaduwzijde van het plein. Het is zondag. Het is de hele tijd druk op de terrassen. Aan het einde van de middag komen allerlei netjes geklede mensen langs. Meisjes in mooie jurkjes en jongetjes in pakjes. De kerk is vast uit. Tijd voor een ijsje of een zakje snoep.
21.01 uur vertrekt onze trein naar Jaén. Weer komt de trein op tijd en weer wordt ons verteld waar we met onze fietsen moeten staan. Het is drukker in de trein. Er zitten mensen op de klapstoeltjes waar onze fietsen moeten staan. Één mevrouw blijft stoïcijns zitten. Op een gegeven moment staat ze toch maar op. De fietsen geïnstalleerd en hup de trein vertrekt. De conducteur komt langs en geeft aan dat we op onze gereserveerde plaatsen kunnen zitten. Maar we blijven liever bij de fietsen staan voor het geval de trein zich onrustig beweegt en de fietsen aan de haal gaan. Het uitzicht is mooi. Het lijkt wel een graanschuur waar we doorrijden. En later veel olijfgaarden. Op de achtergrond bergen. Om 23.25 uur komen we aan in Jaén. Het is nog 27 graden. We rollen de trein uit en rollen 15 meter verder zo het hotel in. Een vermoeiende dag. Het leek wel een wacht/reisdag, vliegen naar een verre bestemming. 
De volgende dag verkennen we de stad. Er is een mega grote kathedraal. Dat hier in lang vervlogen tijden Moren waren zie je her en der in de stad terug. Zowel in de straatjes als in een museum waar in de kelder Arabische baden zijn.

Op dinsdag beklimmen we maar weer eens de fiets. We volgen de Via Verde. Een voormalige spoorlijn zoals we die een tijd terug ook een stuk hebben gevolgd. De landschappen zijn weer mooi. Overal om ons heen zie we olijfgaarden. Hier komt wel een paar liter olijfolie vandaan. We fietsen niet te lang en zoeken een hotelletje in Mortas. Die zijn aardig verborgen en als we er eindelijk eentje hebben gevonden blijkt deze vol te zijn. Na een aantal keren vragen vinden we er toch eentje. Grappig hoe dat gaat. De een brabbelt met heftige armbewegingen op hoge snelheid een hoop onverstaanbaar Spaans in onze richting terwijl anderen aan de vraagstelling al hebben begrepen dat ons Spaans wat roestig is en dus in "Hiawatha-Spaans", duidelijk en rustig, stap voor stap uitleggen wat de bedoeling is. In een restaurantje eten we een heerlijk broodje met een vers geperst glas sinaasappelsap. Het lijkt ons een prima adres om morgen te ontbijten, dus vragen we hoe laat ze morgen open is voor het ontbijt. Eh, om 8 uur, maar waarom wilt u dat weten? Nou we willen komen ontbijten! Rustig maar, we zijn niet van de Belastingdienst.......;-)

zaterdag 6 juni 2015

Alarcón




Cuenca - Alarcón - Albacette

ÓIn Cuenca hebben we heerlijk gegeten in een hippe tapasbar. Als toetje kozen we een lekker taartje. Vreemd genoeg kwam het taartje van buiten. Op de terugweg naar onze Hostal keken we nog even naar de openingstijden van de bakker. Bij de bakker liep een "ober" met een wit jasje en zwart vlinderstrikje. Er kwam een oudere man met zelfde jasje en vlinderstrikje op een scooter aanrijden. De taartenbezorgservice van de bakker! Wij wisten waar ons taartje vandaan kwam.

De eerste 40km verandert het landschap een aantal keer. Ruige rotsen, glooiende akkers als een lappendeken van geel en groen graan, omgeploegde akkers. Voor een plaatsje begint het wegdek slecht te worden. Een lappendeken. Grof asfalt met slordige reparaties. In het plaatsje is het kennelijk feest. Er hangen vlaggetjes, er wordt gewandeld en op terrasjes eten en drinken genuttigd. Na het plaatsje blijft het wegdek slecht. En de wind wakkert aan. Helaas niet wind mee.

Uiteindelijk komen we op de lege vlaktes van La Mancha. "Vlak" met aan weerszijden van de weg druivenranken, olijfbomen. En nog steeds tegenwind.
We nemen de afslag naar Alarcon. Op en neer met tegenwind. We zien het middeleeuws plaatsje liggen. We moeten nog een stukje klimmen om door de stadspoort te komen. Na 85 kilometer zwoegen eindelijk een terras, drankje en schaduw! In het kasteeltje waar je voorheen, ongeacht je afkomst, door de zustertjes met open armen werd ontvangen, kun je het nu niet maken om met minder dan een Porsche voor te komen rijden. Wij parkeren onze, inmiddels stoffige, fietsen dus maar onder een afdakje bij de overburen, een hotelletje dat vast ooit ook betere tijden heeft gekend. In het restaurant hangen foto's van de eigenaar met voormalige spelers van Real Madrid waaronder El Butre, Raul en ene heer Van Nistelrooy. 

De volgende dag vertrekken we weer vol goede moed. Sandra rijdt echter al bijna twee weken rond met een grote blaar op het zitvlak. Een beetje rust en compeed leek enigszins te helpen, maar het ritje van gisteren heeft geen goed gedaan. Zo kan het niet verder en we zoeken na 50 kilometer het eerste de beste hotel. We zitten relatief dicht bij een stationnetje (La Roda) en besluiten een paar dagen rust te nemen en te onderzoeken of we met de trein wat afstand kunnen overbruggen.

Vandaag zijn we naar La Roda gefietst en daar op de trein gestapt naar Albacete. Vanuit Albacete rijden natuurlijk geen treinen rechtstreeks naar een plaatsje op onze route. Morgen rijden we via een mega omweg naar Jaén. Jaén ligt op de route en geeft qua planning de mogelijkheid om heel rustig via Cordoba naar Sevilla te fietsen.

woensdag 3 juni 2015

Cuenca

De Parador. Het voormalig klooster waar je nu voor een luttel bedrag kunt overnachten.

De hangende huizen

Onderweg naar Cuenca


Albarracin - Ûna - Cuenca

Om 9 uur zouden we in de cafetaria van het hotel een ontbijt kunnen nuttigen. Hollanders dat wij zijn staan wij op tijd bij de cafetaria. We willen direct na het ontbijt weg. Maar de cafetaria is dicht. De man achter de receptie doet erg druk en deelt ons mee dat hij alleen is en dat het 9.15 uur zal worden. Om mediterraanse kwartiertjes te vermijden gaan we even verderop in de straat naar een cafetaria/bar. Een cafetaria hier lijkt totaal niet op een cafetaria in Nederland, dus schrik niet. We zijn echt niet begonnen met een berehap. Nee een cortado, broodje en een jus. Tassen op de fiets en gaan. Toen we Albarracin uit fietsten voelden we ons erg nietig. Hoge rotswanden torenden hoog boven ons uit. Knap hoe vroeger de plaatsen werden gebouwd tegen de rotsen. Eerst moesten we stroomopwaarts langs de rivier fietsen. Na een kleine 20km komen we bij een waterval (cascade). Bij Frias de Albarracin duiken we een barretje in voor een broodje. De komende 54km zijn er geen voorzieningen dus er moet wel gegeten worden en de bidons bijgevuld Daar kwamen we Rob tegen. Hij fiets de route in tegengestelde richting en wel alleen. Knap hoor!
Hij vertelde ons dat we nog een stukje door moesten fietsen voordat we op het hoogste punt zouden zijn. Daarna zou het nagenoeg naar beneden gaan. Hij schatte in dat we de plaats Ûna wel konden halen. Eerst maar eens zien hoe de rest van de dag en de route zich gaat ontwikkelen.  We nemen afscheid van Rob en klimmen weer op de fiets. De omgeving blijft mooi. Bij Huélamo aangekomen besluiten we toch door te gaan. De weg is redelijk vlak. Die extra 20km moet wel te doen zijn. We hebben de vaart er goed in. Eindelijk eens echte kilometers maken. De lucht begint donkerder te worden. Zouden we toch regen krijgen? Het begint te spetteren. We kachelen door. Op enig moment dan toch maar het regenjasje aan. Wanneer de weg weer begint te stijgen doen we het jasje maar weer uit. Te warm en de regen zet gelukkig niet door. 500m voor Ûna krijgt Marcel een lekke band. Marcel loopt verder en Sandra gaat naar het plaatsje om een kamer te regelen. 
Na een beetje zoeken vind Sandra het hotel. De deur is gelukkig open. Na wat over en weer gepraat en met het vertaalprogramma van Google komen we een heel eind. De kamer is geregeld. Zelfs de tijden voor het avondeten, het voor- en hoofdgerecht en de tijd voor het ontbijt is besproken. De man verteld tussen neus en lippen dat hij eigenlijk gesloten is. Nou, dan hebben we mazzel;-)
Het duurt ondertussen al een hele tijd en Marcel is er nog niet. We hebben het erover dat Marcel een lekke band heeft. Hij geeft mij twee lepels. Ik begrijp er niets van. Maar na een tijdje kom ik erachter dat die gebruikt kunnen worden als bandenlichters. Ook krijg ik een band in mijn handen geduwd. Ik leg uit dat het allemaal niet nodig is. Dat we zelf spullen mee hebben.
Ik ga toch maar even het plaatsje weer in. Op het pleintje staat Marcel te wachten. De bewegwijzering naar het hotel was niet zo duidelijk en het lopen met de fiets was nou niet echt te doen met de bagage erop. We kwamen al snel achter de boosdoener. Een gemeen klein maar zeer scherp puntig steentje was de veroorzaker. De eigenaar komt tot de conclusie dat een bandje verwisselen een stuk beter gaat met een pul bier en hij heeft gelijk! :-) Hoog tijd voor een douche.
Na een wandeling bij het meertje komen we weer teug in het hotel. Nu lijkt het wel een beetje Fawlty Towers. Een vrouw die er duidelijk geen zin in heeft geeft ons een menu kaart en brabbelt er wat op los. We bestellen een voorgerecht van de kaart en dan wordt ons min of meer pasta 'aangeraden' en het hoofdgerecht een steak. Tja dat moet dan maar. Ze waren per slot van rekening niet open. We vragen ons af of het niet beter is om de toko van de hand te doen. Misschien is er een Nederlander die erin trapt onder de categorie "het roer om".

Het ontbijt was ook maar zo-zo. Maar gelukkig is het geen lange rit naar Cuenca.
Direct uit het plaatsje moest er weer geklommen worden. Een km of 5 met een stijgingspercentage van zo'n 5%. We komen bij een mooi uitzichtpunt. Uitzicht op bergen (ja,ja..) en een riviertje. Na dit punt staat een verkeersbord speciaal voor fietsers. Attentie fietsers, in de afdaling niet harder dan 30km!! Oké, het wegdek was niet overal even mooi. Maar misschien vinden we bij thuiskomst wel een bekeuring op de mat:-))
Ondanks dat op de routekaart een mannetje fluitend op zijn zadel staat moeten wij toch weer serieus aan de bak. We zien stijgingspercentages tussen de 3 en 7% op de teller voorbij komen...
We rijden Cuenca binnen. We vinden een Hostal, Victoria Alojamientos. Groot op de gevel staat Hostal. Alleen is de ingang niet makkelijk te vinden. We hebben geluk. Het is een onbemand Hostal maar een dame was aanwezig. We hebben een zeer mooie kamer.
Cuenca is opgedeeld in een 'nieuwe' en 'oude' stad. De 'oude' stad staat op de Unesco Werelderfgoedlijst en is Middeleeuws. De 'oude' stad wordt afgescheiden door de rivier Huecar, waardoor de huizen van dit deel over de klif hangen. Deze Casas Colgadas (Hangende Huizen) werden gebouwd in de 15e eeuw. Er zijn er maar een paar nog intact. 

maandag 1 juni 2015

Albarracín




VaIllaroya de los Pinares - Teruel - Albarracín

Het feestgedruis was weer afgelopen en de tafels weer afgeruimd en opnieuw gedekt. Kennelijk komt vandaag op zondag voor een uitgebreide lunch ook weer een aantal gasten. De tafel van vier wordt een minder uitgebreid feestje dan de tafel van tien. De lange tafel heeft meerdere soorten wijnglazen staan. Dat wordt feest op de zondagmiddag!
Wij krijgen brood, toast, jam, boter, ham en kaas. En natuurlijk een cortado. Er wordt nog gevraagd of we wijn willen, maar 10uur is nog niet in de klok dus dit keer wijzen we wijselijk af;-)
Het is weer een pittig klimdagje. We rijden door een ruig stuk. Bergen, rotsen en weinig begroeiing.
De weg stijgt. 1.600 meter halen we weer. We komen in Teruel. Het is een kleine stad. Het staat bekend om de mudéjarkunst. Mudéjarkunst is de kunst die door Moorse kunstenaars en ambachtslieden werd gemaakt. 
De Moorse kunstenaars en ambachtslieden werden na de Reconquista voor de keus gesteld om zich te laten bekeren tot christen en te mogen blijven of te vertrekken (en gedood te worden). Tenslotte zijn alle Moren maar ook de Joden uit Spanje weggejaagd.  


We verlaten Teruel. Een stad uitrijden is toch altijd weer een happening. We moeten een stukje 'snelweg' op om op een rustige weg te komen. Het wordt eentonig maar het blijft maar stijgen. De omgeving verandert wel. Er is meer groen. We krijgen toch een stukje afdaling. Het ziet er erg mooi uit. Allemaal sparren/dennen en het ruikt naar dennen. Heerlijk! Ineens rijden we weer tussen de graanvelden. We hadden bedacht dat we in Bezas wel zouden kunnen lunchen. Maar het restaurant is op maandag dicht. We ontmoeten een ouder echtpaar op de fiets, ze hebben besloten om een stukje terug te fietsen en dan naar Valencia te gaan. Ze genoten met volle teugen van de omgeving, maar het werd toch wat te zwaar. Ze hadden al eerder een rondje in Valencia gefietst. Ze beloofden ons dat het daar veel makkelijker is. 
Gelukkig hadden we een voorraad koekjes in de tas. Dat werd onze lunch. 
We komen in een natuurpark Pinares de Rodeno. Het weggetje loopt pittig golvend langs de grillige rode rotsformaties. Er schijnen ook grotten te zijn met prehistorische tekeningen. Een erg mooie omgeving met veel wandelroutes. We stijgen iets boven de 1.300 meter en het blijft op en neer gaan met soms een uitschieter van 12% op de teller. Dan krijgen we een mooie lange afdaling naar Albarracin. Het is een mooi gerestaureerd plaatsje tussen de kale bergen. We besluiten om onze beentjes rust te geven. Dat valt niet mee want nadat we opgefrist zijn moeten we natuurlijk nog even het dorp verkennen. De weggetjes door het dorp lopen fors omhoog en zouden ook zonder fietstocht in de benen al zorgen voor pijnlijke kuiten.... Het restaurantje waar we de late lunch genieten is super, dus weten ze dat ze voor vanavond in ieder geval al weer twee gasten hebben. Oei, weer omhoog klimmen........ ;-)

Teruel