zaterdag 30 juni 2018

Rustdag Langkawi-Alor Setar-Penang, George Town

De rustdag op Langkawi begon al fraai. In de ochtend was er al wat geluid op en om het huisje. Het leek op het geluid van een kat. Maar ineens spotten we apen op ons balkon. Gauw uit bed voor wat foto’s. Eentje gluurt door het raam naar binnen. Maar zodra je dichter bij het raam komt verdwijnen ze. Ze laten zich via de palen afglijden. Wanneer we richting ontbijt wandelen komen we een groep apen tegen. Ze trekken een vuilniszak uit de afvalbak en scheuren die open. Dan begint het sorteren. Alles wat niet interessant is wordt weggegooid. En zo is het al snel een bende. Eentje heeft zich met schilderwerk bemoeit. Zijn hele rug zit onder het verf.

Na het ontbijt wandelen we naar de kabelbaan. Die ligt om de hoek. Het is een “must do” op Lankawi en dus is het er altijd druk. Onderaan bij de kabelbaan is een half dorp aan souvenierswinkeltjes uit de grond gestampt. Bovenaan heb je een geweldig uitzicht over Lankawi.

In de avond verlaten we ons huisje. Op het moment dat we buiten staan horen we boven ons een geluid. Eerst schrikken we. Een Jurrasic-park idee. Twee enorm grote vogels zijn door ons gestoord, stijgen op en landen verderop in een boom. Grote vogels. Zwarte veren met een randje wit en een enorme gele snavel. We proberen foto’s te nemen. Helaas, de schemering is al ingezet. Voorzichtig proberen we dichterbij te komen. Maar zoals dat zo vaak gebeurt vliegen ze weg en hebben we de camera niet goed paraat. Bij de lobby doen we navraag over de vogels. Een Hornbill (neushoornvogel). Komt hier regelmatig voor.  Het personeel stelt een natuurwandeling op het park voor die toevallig op het punt van vertrek staat. We gaan mee, het inmiddels gereserveerde diner wordt een uurtje later gepland. Een enthousiaste gids verteld ons van alles. De eigenaar van het park is ook de eigenaar van Starbucks Coffee. Er zijn liefst 502 huisjes en er is geen enkele boom voor gekapt. De huisjes staan op de natuurlijke open plekken in het woud. Hij laat ons sporen zien aan een boom. Een boze aap heeft dat gedaan nadat andere apen met chips werden gevoerd Als het jouw gezicht zou zijn was er weinig meer van over. Lieve aapjes... 
Ineens horen we iets in een boom. De gids schijnt bij. Het is een vliegende kat. Dit beestje kan vele meters vliegen van boom naar boom. Vliegen? Ja letterlijk. Tussen de pootjes zit een soort valscherm. Hij klimt bovenin een boom, springt, pootjes uitelkaar en zo “vliegt” hij naar een boom verderop. Wij zagen een exemplaar zeker 20 meter overbruggen. 

Na de wandeling eten we in het fantastisch boven zee gelegen Thaise restaurant. Een mooie afsluiter van de dag.

De volgende ochtend is het weer tijd om te fietsen. Onderweg door het woud naar de ferry moeten we ons eerst een weg banen door tientallen kleine apen, sommige ook met jongen. De ferry heeft niet echt een vaste dienstregeling, boten gaan ongeveer ieder anderhalf uur. Als we aankomen blijkt de volgende boot over 10 minuten te gaan, dus snel een kaartje gekocht en dan nog naar de boot een heel eind verderop. Daar moet eerst nog een apart kaartje voor de fietsen worden gekocht die daarna voor op het dek worden vastgesnoerd. Keurige timing!

Met de ferry varen we naar Kuala Kedah. We willen overnachten in Alor Setar en vinden bij toeval een prachtig mooi rustig weggetje langs de rivier die, hoewel met een grote omweg, precies in het centrum uitkomt. Wat een tegenstelling zo’n weggetje en het centrum. Mooi groen, aan weerszijden bananenbomen, af en toe een auto of een motor. In het centrum is het druk met auto’s en motors. Als we bij een hotel staan begint ook de maag te knorren. Onder het hotel zit een filiaal van “Kenny Rogers Roasters”. Die hebben we al vaker gezien, maar we zijn niet zo van de fast food. Toch maar een keer een bezoekje gebracht. De volgende keer toch maar weer gewoon een bordje nasi goreng, bovendien blijft “Islands in the stream” nog uren in je hoofd doorzingen...;-) De gids van de natuurwandeling heeft ons verteld dat de “Kenny Rogers Roasters”ook van Star Bucks is. Kennelijk is meneer Starbucks een groot fan van Kenny.
We nemen onze intrek in een hotel. Beetje oude meuk, een typisch hotel van een Chinees. In Maleisië zijn veel Chinezen. Maleisië heeft een mengelmoes van culturen en daar horen de Chinezen ook bij. De volgende ochtend na het ontbijt weer op de fiets gestapt. Het lijkt erop dat het verkeer in Alor Setar 24 uur per dag druk is. Onderweg eten we bij een restaurantje een bordje nasi. Er komen veel mensen om eten op te halen. Ons is verteld dat het voor de bevolking goedkoper is om ergens te eten of eten op te halen dan zelf te koken. Vanaf vier personen is het rendabel om zelf te koken. Even later op de fiets horen we veel gespetter. Een kleine krokodil schrikt van ons en springt in het water en gaat vlug naar de overkant in het rijstveld. Even later sjokt een varaan over de weg. Als hij ons ziet blijkt hij ook vliegensvlug te kunnen rennen. Zolang deze beestjes van ons vandaan rennen is er niets aan de hand. Tja, dan denk je toch even anders over de mensen die we in de rijstvelden hebben zien werken, tot ongeveer hun middel in het water... Het gebied waar we nu rijden wordt de rijstkom van Maleisië genoemd. Zover als je kunt kijken zie je rijstvelden, zowel links als rechts. In het plaatsje Tanjung Dawai moeten we met een boot over worden gebracht naar Pantai Merdeka. Het is een kleine open boot. Eerst de fietstassen van de fiets, bagage op de boot en dan de fietsen op de boot. De eigenaar pakt de bagage en de fietsen aan. Hij zet de fietsen in het midden van de boot op de standaard. We vragen nog of ze niet moeten liggen. Nee hoor, geen probleem. Maar als we eenmaal varen moeten we door het gestuiter op de golven de fietsen toch goed vasthouden. In no time zijn we aan de andere kant. Daar wordt alles weer uitgeladen en op de steiger gezet. Eenmaal aan de wal zien we een fietser. Het is een Argentijn die in zijn eentje rondfietst. Hij heeft de tijd. Plannen voor Noord Thailand, Laos, enz. En hij noemt ons crazy omdat we fietsen;-)

We komen aan bij het resort waar we willen overnachten. We hadden er zo onze gedachten over maar het ziet er best aardig uit. Een man stelt vragen waar we vandaan komen. Oh, Holland. Ik ben er geweest. 30 jaar geleden, ongeveer 3 maanden. Ik volgde een training in Geleen, van een onderdeel van DSM, en overnachtte in Valkenburg. Het resort is helaas vol. We moeten naar een homestay. Zeg maar basic. Maar we mogen blij zijn dat er nog iets vrij is. Er is een politie-opleiding bezig het hele weekend, vandaar de drukte. Nadat de moskee een paar uur stil is vallen we in slaap. Alleen niet voor hele lange duur. Het is nog donker en daar begint de oproep voor het gebed weer door de luidsprekers. Voor het ontbijt gaan we weer richting resort. Een klimmetje van 7% voor het ontbijt is een fraaie ochtendgymnastiek. Het is druk bij het ontbijtbuffet. Door een aantal mensen worden aan ons de geijkte vragen gesteld. We stappen weer op de fiets. Op naar Penang. We komen door allerlei kleine plaatsjes. In Butterworth moeten we op de ferry naar Penang, George Town. Er is wel een brug van het vaste land naar het eiland Penang, maar daar mogen fietsers niet overheen. Het is alweer heel wam. Als we van de ferry afkomen staan we met veel auto’s te wachten op een niet werkend verkeerslicht. De eerste de beste mogelijkheid steken we over. Tussen hele warme auto’s staan met dit warme weer is geen feest. Een hotel is snel gevonden. Even lekker onder de douche en dan eerst maar eens op zoek naar een wasserette en een hapje eten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten