Als we willen vertrekken komt de regen even met bakken tegelijk uit de hemel. Eenmaal op de fiets blijft het de eerste dertig kilometer droog. Daarna is het wisselend noodweer, regen of droog. Bij de ergste regen proberen we te schuilen. Dat betekent vaak dat je pardoes bij een niets vermoedende familie onder een afdakje vlucht. Altijd weet men niet hoe snel men een krukje of stoel beschikbaar moet stellen voor de vermeend vermoeide reizigers. Soms wordt een fiets uitvoerig bekeken. En uiteindelijk moet de belt even worden gevoeld. Ook hier in Thailand is een belt i.p.v. een ketting niet dagelijkse kost. Gastvrijheid zoals we gewend zijn in Azië.
Het verkeer rijdt links in Thailand. Ook in Maleisië en Singapore, dus we hoeven deze reis er alleen maar om denken dat we links moeten rijden. Soms is dat lastig genoeg, met name wanneer er geen verkeer is. Maar daar is nu nog geen sprake van. Fietsers en bromfietsen moeten uiterst links rijden.
Voor de Sarasin brug, de verbinding van Phuket met het vaste land, is er ineens een fietspad. En wat voor een. Mooi glad asfalt. Altijd weer de vraag voor hoelang. Maar zolang genieten we er maar van. Na de brug komen we borden tegen dat we naar het James Bond eiland kunnen. Op dat eiland is de gefilmd voor de James Bond film ‘the man with the golden gun’. We laten dit toeristisch tripje maar schieten.
Even buiten Phang Nga gaan we naar Manora Garden B&B. (www.manoraga.com). De B&B wordt gerund door een Nederlands/Thais koppel, Gerard en Nui. Nui heeft een lekker avondmaal voor ons gekookt. Gerard beantwoord onze vraag over welk dier we veelvuldig en hard hebben gehoord. Veel onschuldiger dan we dachten:-) Het bleek een forse vogel te zijn. We kletsen een tijd en na een bak koffie gaan we richting onze bungalow. De kikkers kwaken erop los en de krekels laten ook van zich horen. Een waar concert waarbij we in slaap vallen.
Na het ontbijt kijken we nog even met Gerard op de kaart. Hij geeft een alternatieve route, de oude weg 4.die veel rustiger is dan de route die Awol beschrijft. Dit betekent wel dat we een bergje over moeten, maar dat zal geen probleem zijn. Als we net op weg 4 rijden rijdt een brommertje ons voorbij. Er valt een zakje met kleren en een afstandsbediening van het brommertje. Het is rustig op de weg en Marcel pakt het zakje op. De bestuurder van het brommertje wil verderop net keren en is erg blij dat de afstandsbediening en de rest weer terug is. Een grote glimlach en vele bedankjes. Even later rijdt hij ons weer vrolijk zwaaiend voorbij. We hebben uitzicht op het karstgebergte. Hoge begroeide kalksteenformaties. We rijden langs rubber- en palmolieplantages. Het natuurrubber is door de verbeterde kunstrubbers te kostbaar om te verwerken. Daarom worden veel rubberbomen gekapt en worden er palmbomen voor in de plaats geplant. Ook zien we veel bananenbomen. Wanneer we aan het klimmen zijn horen we achter ons een vrachtwagen omhoog komen. De wagen lijkt het zwaar te hebben. Even later begrijpen we waarom. Achterop de wagen staan twee olifanten zij aan zij. Ze passen met zijn tweeën net tussen het hekwerk. Onderweg zien we verschillende fruitstalletjes. We hebben van Gerard begrepen dat een ananasplant er 18 maanden over doet om 1 ananas te laten groeien. Dan kijk je toch met andere ogen naar een berg ananassen. In een plaatsje gaan we van de fiets af voor een cola. Even een beetje opdrogen en toch maar een vroege lunch nuttigen. De kokkin wokt er lustig op los en in een mum van tijd staat er een lekker bordje eten voor onze neus. Een politie auto parkeert even voorbij onze fietsen. Drie agenten komen in het restaurantje. Er wordt ons gevraagd waar we vandaan komen, maar uit niets blijkt dat ze het begrijpen. Ze kijken naar onze fietsen. Er wordt direct door een agent op zijn telefoon een foto gezocht van hem op een racefiets. We moeten met ze op de foto. De communicatie gaat moeizaam. Ons Thais is erg slecht en hun Engels ook. Wanneer Marcel op ontdekkingstocht gaat naar het toilet wordt Sandra zachtjes aangetikt. Een agent heeft een vertaal app gedownload en neemt vragen in het Thais op die worden vertaald in het Engels, weer de vraag waar we vandaan komen. Nu lijken ze het te begrijpen. Ook ons uiteindelijke doel begrijpen ze nu ook. Er ontstaat een grappige communicatie.
Uiteindelijk komen we aan in Ao Luk. We kunnen het beoogde hotel niet vinden. Wel het ziekenhuis dat beschreven stond. Onduidelijk is waar we heen moeten. Een rondje ziekenhuis maakt duidelijk dat we niet goed zitten. Bij een supermarkt vragen we de weg. Er wordt een straat in gewezen waar we al een stuk ingereden zijn. Voor de supermarkt is een restaurantje. De kokkin vraagt waar we heen gaan. Ze schuift gauw haar dochter (?) naar voren om ons te helpen. Ze wijst ons in het Engels de weg. Het P.N. Mountain resort is gevonden. Resort is een groot woord. Vergane glorie. Maar de fietsen staan droog voor de kamer en de douche was lauw. Na de douche een wandelingetje naar het plaatsje. We belanden weer bij het restaurantje bij de supermarkt. De kokkin ziet ons en roept ons voor bananen. We denken nog iets lekkers te scoren, maar ze is al gesloten. Morgenvroeg om 8 uur gaan ze weer open. De bananen krijgen we toegeschoven op een tafeltje. Hele lekkere bananen! We hebben het al vaker gezegd. De bananen die we thuis kopen zijn maar droge dingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten