zondag 24 juni 2018

Khlong Phon-Pak Meng Beach-Trang-Ban Thung Yao

Er was voor het ontbijt geen menukaart. Er werd voor ons gekozen. Het werd een omelet, blokjes brood met hetzelfde beleg als de dag ervoor, mie met kip en een hartig belegde toast met koffie. Koffie is in dit resort kennelijk belangrijk. Toen we de vorige dag door het restaurantje met de fietsen aan de hand werden geleid naar onze bungalow, werd direct gevraagd of we koffie wilden. Bij het vertrek was het even zoeken hoe we via een andere weg dan door het restaurant naar de weg moesten komen. We werden geholpen door een man. Deze vroeg ons of we ook koffie wilden. Toen we hem duidelijk maakten dat we al gehad hadden was het okay. Hij wenste ons ‘Good luck!’ 

We fietsten van een grote weg naar een provinciale weg naar een regionale weg volgens de route omschrijving. Het verschil is natuurlijk het aantal banen en de drukte. Maar ook de blokjes aan de zijkanten van de weg met de reflectoren erin. Dit zijn nare dingen voor ons. Ze zijn van metaal en slecht zichtbaar op het wegdek. Als je er met de fiets overheen rijdt dan is het niet echt een pretje. En als het nat is zijn ze nog glad ook. Op de provinciale- en regionale wegen heb je deze dingen niet. De omgeving is vergelijkbaar met de andere dagen. Palmbomen, rubberbomen, huisjes, winkeltjes, restaurantjes. Af en toe komen we een bruidswinkel tegen. Op zich ziet het er vreemd uit. De bruidsjurken zijn soms lichtgroen. Voor ons gevoel is zo’n winkeltje apart in deze omgeving. Wel een unique sellingpoint, want ze zijn redelijk schaars. Zo niet de gedroogde vis verkopers. Deze komen we ineens achterelkaar tegen. En allemaal is het stalletje hetzelfde ingericht met dezelfde vissoorten ingepakt in plastic, opgehangen in dezelfde volgorde. Nou ja, het zal wel een beproefde methode zijn. Alleen komt deze niet voor in onze economielessen. Wanneer we een colaatje bij een winkeltje kopen zien we een vogel in een kooi. Daar zijn ze hier wel van. Er schijnen ook vogelzangwedstrijden gehouden te worden. Deze vogel is helemaal zwart en heeft aan weerszijden van de kop een geel flapje hangen. Eerst denken we nog dat de eigenaar dit aan het arme beest heeft gehangen. Maar het hoort zo. We weten niet wat voor vogel het is. Af en toe fluit die en reageert ook op ons gefluit. En soms brabbelt het beestje iets. Het lijkt erop dat de vogel Bhagwan zegt. We noemen het beestje de Bhagwanvogel. Zo horen we ook vaak een soort toeter. Dat geluid komt ook van een vogel. De toetervogel. We zien ook regelmatig slangen. Tot nu toe geen levendige. Degene die wij tot nu toe hebben gezien zijn in aanraking gekomen met een auto. Meestal kleintje, maar we hebben er ook een gezien van het formaat van een arm. Even door het gras lopen op slippertjes geeft toch een ander idee.

Pak Meng Beach is een plaatsje aan zee. Het ziet er een beetje rommelig uit. Winkeltjes, restaurantjes en een paar resorts. Thaise resorts wel te verstaan. We nemen onze intrek bij Fisherman’s hut. Huisjes op houten palen. Een kleine kamer met airco en via een deur kom je bij de douche en wc. Dit is feitelijk buiten. Aan de andere kant van de kamer is een schuifpui naar de wastafel. Dit is letterlijk buiten. Dus je kunt tandenpoetsend helemaal lek gestoken worden door de muggen. 

De volgende ochtend stappen we op de fiets om ergens te ontbijten. Ons ‘resort’ serveert geen ontbijt. Even verderop wel. Een klein Thais vrouwtje neemt vrolijk de bestelling op. Ze serveert trots lachend onze keuze. Het eerste stuk fietsen we met de zee aan onze rechterkant en de rivier links van ons. De borden voor de tsunami evacuatie staan langs de weg. Een herinnering aan de ramp van 2004. De kust is erg laag. Je kunt je er een goede voorstelling van maken wat voor ravage het geweest moet zijn. Hopelijk werkt het signaleringssysteem goed en wordt er tijdig gealarmeerd wanneer het nodig is. Wanneer we de kust achter ons laten zien we weer palmbomen. De weg wordt licht heuvelachtig. Het blijft klimmen en dalen. Rond het middaguur strijken we neer in een restaurantje/koffiestalletje. De kokkin spreekt geen Engels maar een meisje die de koffie regelt wel een beetje. Het wordt rijst met kip en soep. Het is een komen en gaan van de klanten. Er wordt veel afgehaald. De soep en de sausjes worden in kleine plastic zakjes gedaan. Knap om te zien. Ik zou er geheid een bende van maken. Veel soep ernaast en hannesen met het afsluiten van het zakje. Na het eten stappen we weer op de fiets en vervolgen onze weg. Het is warmer dan de afgelopen dagen. De luchtvochtigheid is hoog. Maar eens kijken of in Trang een knap hotel is met een zachter bed. Slecht slapen is funest voor ons. Gisteren ging het fietsen nog heel lekker en vandaag beduidend minder. 
Maar we stuiten eerst op wegwerkzaamheden. Er is een noodbrug gemaakt. Het verkeer wordt over planken de rivier over geleid. Zo ook wij. Altijd bijzonder om dat mee te maken. Uiteraard behalen we zonder kleerscheuren de overkant;-)

In Trang komen we bij een groot hotel. 18 verdiepingen hoog. Een ware slaapfabriek. Onze kamer is een balzaal, zo ook onze badkamer. Wat een verschil met de nacht ervoor. Trang is een grote stad. Maar de steden zijn niet vergelijkbaar zoals wij ze kennen. Er is een avondmarkt waar iedereen komt om te eten. Van saté tot aan cakes. Er zitten een paar ware foodkunstenaars bij. Mooi om te zien en een paar lekkere dingen gehad als dessert van de avondmaaltijd. Nog steeds blijven wij de langsten, ondanks dat de huidige generatie Thai ook langer is geworden. Her en der worden we stiekem bekeken en nagekeken. Ook dat is niet veranderd.

De volgende ochtend fietsen we de stad Trang weer uit. Al navigerende altijd even goed opletten in het verkeer. Regels lijken hier niet te bestaan, iedereen houdt gewoon een beetje rekening met elkaar en zo werkt het eigenlijk prima al komt het op ons natuurlijk wat ongeorganiseerd over. 

Engelse vertalingen zijn altijd een bron van vermaak. Dat het ingewikkeld is voor de Thai is logisch, maar als je geen idee hebt is het wellicht handiger om even na te vragen bij iemand die er meer kaas van heeft gegeten. Bij menig menukaart, mits in het Engels beschikbaar, fronsen wij daarom de wenkbrauwen, maar een wervende reclame slogan langs de kant van de weg mocht er ook wezen. Blijkbaar is de wereldwijde trend voor restaurants om seizoensgebonden en lokaal geteeld te koken ook hier doorgedrongen. Met “Eat locals!” gaat het vermoedelijk niet lukken om heel veel verdwaalde toeristen naar je restaurantje te lokken.....;-)

Het kwik loopt vandaag snel op naar een graad of 35 in de schaduw. Voor ons komen daar dan nog flink wat graden bij in de zon. Gelukkig helpt het fietsen, door de rijwind “koelen” we nog een beetje af. Na een mooie route en de inmiddels bijna traditioneel verkoelende hoosbui komen we aan in Ban Thung Yao. Er is eigenlijk geen hotel in deze plaats, maar de plaatselijke politieagent meneer Prdea zou een paar kamertjes verhuren. We zijn op zoek naar een terracotta woonhuis met groen dak met een roze muur met paarse randen. Kan niet missen zou je denken. Maar zelfs als de buurvrouw ons al twee keer de goede richting heeft aangewezen en we feitelijk op de stoep staan herkennen we het nog niet. Van alle beschreven kleuren zou je kunnen stellen dat het mogelijk ooit die kleur heeft gehad.........
De vrouw des huizes hebben we gestoord in haar middagdutje. Ze laat de kamer zien. En als haar wordt gevraagd hoeveel het kost steekt ze vier vingers op en zegt 500 baht. Hm, ik vijf vingers omhoog en zeg 500 baht, zij ‘nee, vier vingers omhoog, 500 baht’. Dan steek ik maar vier vingers omhoog en vraag 400 baht? Zij: oh ja sorry, en dan komen er vier vingers én 400 baht. 
Meneer Prdea kan maar moeilijk loskomen van zijn werk. De kamertjes kunnen de vergelijking met een cellencomplex moeiteloos doorstaan. We wisten van te voren dat het “eenvoudig” zou zijn. Doorfietsen naar de volgende plaats is wat teveel van het goede.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten