De hoteleigenaresse heeft ons gewaarschuwd voor het weer. Het advies was om vroeg te vertrekken. We worden wakker en zien dat het behoorlijk mistig is. De drumband is alweer aan het oefenen alsof het een gewone zonnige dag is. Na het ontbijt de fietsen klaarmaken en uitchecken. Het uitchecken gaat niet snel. De eigenaar maakt de bon klaar terwijl je wacht. Hij checkt tig keer of we twee nachten zijn geweest, twee keer diner hebben genuttigd en de drankjes. Na wat optelwerk is de eindstand toch bekend geworden. Er kan niet met creditcard betaald worden want de telefoonlijn is gisteren door een vrachtwagen kapot gereden. Andere gasten zijn in mineur dat er contant betaald moet worden. Een ongeduldige Chinees of Japanner wil er zo vandoor gaan omdat hij zijn verblijf gegarandeerd heeft met zijn creditcard. Er is enig overredingskracht voor nodig om de ongeduldigen tot wachten te manen. Uiteindelijk zijn we dan toch op weg. Eerst de stad uit. Het is behoorlijk druk. Een getoeter en gekrioel van tuctuc's, bussen en ander wegverkeer. En enorm veel uitlaatgassen. Het begint zachtjes te regenen.
Een verademing wanneer het verkeer iets rustiger wordt, maar het betekent tegelijk dat we aan de klim naar Nuwara Eliya zijn begonnen. Het is een lange klim die regelmatig wordt onderbroken door een kleine afdaling waardoor je de meeste hoogtemeters dubbel voor de kiezen krijgt. In Negombo kregen we al te horen dat het de meeste mensen niet lukt om deze puist van ruim 2000 meter te bedwingen. Het alternatief is de trein, maar we hebben een hekel aan reizen per bus of trein (erg lastig met een fiets, de fiets moet als vracht met de nachttrein mee en vervolgens reis je daar de volgende ochtend achteraan), dus hebben we besloten om halverwege de klim in Pussellawa een hotelletje te pakken en de rest een dag later te fietsen. Ergens onderweg nemen we een colaatje. We vragen naar het weer. Wanneer de zon vandaag weer komt. Het antwoord is simpel. 'Dat kan ik jou morgen vertellen'.
De regio is bekend van de theeplantages. Regelmatig zien we vrouwen de theebladeren plukken. Onderweg zit een aap aan een elektriciteitsdraad te knagen. Als we bijna in Pussellawa zijn wordt het zowaar weer wat helderder en breekt de zon door. Tot op heden hebben we nog stroom........
In Pussellawa lopen we door het stadje. Marcel wordt bij een benzinepomp aangesproken door een man. Hij wil ons wel naar Kandy brengen... Ineens zegt hij dat hij ons gisteren in Kandy heeft gezien. Tuurlijk. Ja, zegt hij. Jij, Sandra, had een blauw shirt aan. Huh? (Klopt) Maar hij heeft natuurlijk een makkie. En zoals een Singalees al eens een keer had gezegd. Wij buitenlanders lijken ook allemaal op elkaar. Nogmaals biedt hij ons een ritje aan naar Kandy. Als we aangeven dat we morgen de andere kant opgaan wil hij ons morgen ook wel rijden. Dat we morgen zelf met de fiets gaan kijkt hij ons bevreemd aan.
We hebben dekens op het bed liggen. Het is 22 gr..
We zitten nu op 968m hoogte. Morgen naar 2000m hoogte. Daar zal het nog wel een paar graden kouder zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten